Sloeproeien de ultieme Zeeuwse sport!

In de Provinciale Zeeuwse Courant (PZC) van zaterdag 4 mei 2019 drie volle pagina's over sloeproeien in Zeeland! 

 

 


MET Z'N ALLEN HET SNOT VOOR DE OGEN ROEIEN, door Chris Sohier

Acht riemen duiken met een zachte plons het water in. Een lange seconde blijft het stil, dan komen ze weer boven water. Ruisend vallen de druppels van acht witgelakte roeibladen terug in het water. Aan stuurboord schuift Veere voorbij. Het is een koude avond, maar niemand heeft het koud. Sloeproeien is zwaar werk, daar blijf je wel warm bij.


Aan boord van de sloep zitten de Zeeuwse Deernen: acht roeisters, plus een stuurvrouw. De roeisters zitten twee aan twee, de blik naar achteren gericht. De stuurvrouw is de enige die ziet waar de sloep heen gaat. De Deernen zijn één van de kleine twintig teams die in Zeeland aan competitief sloeproeien doen. Het seizoen is net gestart, de meeste sloepen zijn na het winteronderhoud net weer terug in het water, dit zijn de eerste trainingskilometers.

Sloeproeien is een bescheiden sport. ,,We hebben hier in Zeeland twaalf verenigingen, goed voor in totaal zo'n achttien tot twintig teams. Daarbij zullen zo'n vijftien personen per team bij betrokken zijn. Dat betekent dus dat een kleine driehonderd mensen actief met sloeproeien bezig zijn in Zeeland", becijfert Kees Verweel. Verweel (55), stevige kerel gestoken in een hoodie met twee gekruiste riemen op de borst, is vergroeid met het roeien. Een half leven geleden, op de zeevaartschool, stapte hij voor het eerst in een sloep. Nu zit-ie al 36 jaar in het sloeproeien, is hij voormalig lid van de Federatie Sloeproeien Nederland (FSN), min of meer slapend lid van team Seahorse, en webmaster van Sloeproeien.nl, waar werkelijk alles over het sloeproeien is terug te vinden. Twee minuten in het gesprek gebruikt hij al termen als 'verwateren' en 'oeverloos', al is dat waarschijnlijk niet met opzet.

Driehonderd mensen, dat lijkt niet zo veel. Maar binnen de sport spreekt Zeeland een aardig mondje mee. ,,Als je kijkt naar de verenigingen, dan loopt Friesland heel duidelijk voorop. Dan komt Noord-Holland, dan Zuid-Holland, en dan Zeeland. Dat dat vruchtbaar gebied is voor de roeisport is, is niet zo gek, want het zijn niet toevallig de kustprovincies, daar zitten de zeevaartscholen. Zeeland is natuurlijk relatief dunbevolkt, waarmee je mag zeggen dat de sport in onze provincie leeft." Maar ook elders in Nederland wordt sloep geroeid; landelijk zijn 239 teams actief. Alleen Brabant en Drenthe hebben geen enkele sloeproeivereniging.

Terug naar het Veerse Meer. De omstandigheden zijn prachtig: het duister valt in, maar de maan is vrijwel vol, en het is een onbewolkte avond. Wind is er niet, het water is spiegelglad: ideaal weer voor een stukje roeien. Het sterrenbeeld Orion steekt helder af boven het stadje Veere. Het meer baadt in het maanlicht. Een topavond voor Ron Nijs: ,,Roeien, dat is voor mij lekker buiten zijn, genieten van de weersomstandigheden, en de luchten. Ik ben dol op luchten!"

Nijs (60) is de slagroeister in deze boot. Ze roeit inmiddels al twintig jaar, en fungeert bij de Deernen ook als coach. Ze stond aan de wieg van het roeiteam, dat dit jaar het vijftienjarig bestaan viert. De Deernen hebben meerdere teams. Nijs roeit eigenlijk in alle samenstelling mee. Zelf is ze vanavond één van de oudsten, maar de leeftijden lopen aardig uiteen. Haar dochter Marieke (35) is bijvoorbeeld ook boord, en dat is nog niet eens de jongste. ,,Samen met d'r moeder roeien, en daarna samen met d'r moeder een biertje drinken en lekker hossen. Dat vind ik bijzonder."

De vrouwen komen uit heel Zeeland: Vlissingen, Middelburg, maar ook Kamperland en Tholen. Nijs: ,,Een team is vooral gebaat bij goede teamspirit. Iedereen heeft z'n kwaliteiten, vind ik. Als iemand vindt dat-ie beter is dan de rest, dan werkt het niet. De een is misschien een sterkere roeier, de ander is gewoon een rots in de branding die er áltijd is, en goed voor het team zorgt. En iedereen doet z'n best. Het gaat erom dat je met z'n allen het snot voor de ogen roeit."

Ultieme teamsport
Volgens die stelling roeit ook team De Paardenkreek uit Kortgene. De damesploeg wordt gestuurd door stuurman Jon Boen (48). ,,Roeien is de ultieme teamsport. Je moet het echt met z'n allen doen. De wisselwerking moet goed zijn. Zij moeten mij vertrouwen, want zij zien niet waar ze naartoe gaan. En ik moet er vanuit gaan dat ze gewoon alles geven." Boen weet waar hij het over heeft. Toen hij in 2016 de leiding nam over het team, promoveerden de dames prompt van de tweede naar de eerste klasse, en in die eerste klasse werd De Paardenkreek afgelopen jaar nationaal kampioen. Dit jaar komt het team uit in de hoofdklasse. Het is laveren tussen lol en werken: ,,Dat het gezellig is in het team, is heel belangrijk. Maar als we in de boot stappen, gaat de knop om. Dan wordt er geroeid."

Boen: ,, Het komt neer op een combinatie van kracht en techniek. Maar het belangrijkste is mentaliteit. Je moet ervoor gaan. Je kan de beste roeier zijn, twee meter breed zijn, maar als jij het na een half uur laat hangen omdat je niet bereid bent er met je team voor te gaan, ben je geen goeie roeier. Je moet anderhalf uur of twee uur of hoe lang zo'n wedstrijd ook duurt, alles willen geven."

De ene sloep is de andere niet. Van logge reddingsboten tot ranke Kuikensloepen, bij een gemiddelde race vaart alles door elkaar. Met zes roeiers aan boord, of acht, of tien. Dat lijkt oneerlijk, maar in het sloeproeien is de eerste plaats niet automatisch voor de sloep die de snelste tijd noteert. Elke boot heeft een zogeheten C-waarde, die gerelateerd is aan de waterweerstand van de sloep. Verweel: ,,De weerstandscurve bepaalt met een berekening wat het vermogen is van de roeiers, en dat is bepalend. Degene met het hoogste vermogen, die wint de wedstrijd."

Haal op... gelijk!
Helemaal achterin de boot, maar vanuit roeiersperspectief dus helemaal vooraan in de rij, zitten de slagroeisters. Zij leiden de slag, de rest van de boot volgt. De commando's komen van de stuurvrouw: ,,Beide boorden: haal op..." De roeisters buigen zich zo ver mogelijk naar voren, de armen gestrekt. De roeibladen zweven boven de waterlijn. ,,Gelijk!" De riemen duiken het water in. De stuurvrouw geeft het ritme aan: ,,Eéééén..." De roeisters gooien zich achterover. Op het laatste moment komen ze weer omhoog, en strekken zich weer naar voren. ,,Tweeee... drieeee..." Elke tel is een slag. Het tempo is redelijk maar niet moordend, de roeisters hebben nog een beetje lucht over om af en toe wat te praten, met elkaar te lachen. ,,Stuurboord opgelet, riemen lopen!", roept de stuurvrouw. Aan de rechterkant worden bliksemsnel de riemen vlak langs de boot gevouwen. De sloep scheert rakelings langs een boei.

Dat de sport aan een opmars bezig is in Zeeland, vindt Kees Verweel niet meer dan logisch: ,,Het is een sport die perfect bij Zeeland past. De bron van sloeproeien ligt bij sloepen van schepen, op zee. Dus sloeproeien en zout water, dat heeft wel iets. Zeeuwen hebben een hele lange historie met de zee, en dit is de enige sport die echt met de zee te maken heeft. De Boulevardrace in Vlissingen, dat is op zee. De Veerse Meerrace, dat is op zout water. De Mosselrace in Bruinisse ook. En zout water hoort gewoon bij deze historische sport."

Blaren
De boot is weer afgemeerd in de Oostwatering, de riemen zijn weggeborgen. Tijd voor ontspanning, tijd voor koffie en, aangezien één van de dames jarig is, taart. Want gezelligheid is ook belangrijk. Met een app is het trainingsrondje vastgelegd, de dames zijn niet ontevreden: 7,72 kilometer in iets meer dan een uur. Hier en daar wat blaren. Soms op de handen, soms op... nou ja, op het achterwerk, een typische roeierskwaal. En morgen misschien wat spierpijn. Maar dat hoort erbij. Geklaagd wordt er niet.

Niet zo gek. Roeiers, dat is stoer volk, zegt Verweel. Niet lullen, maar poetsen. Het is ook een beetje een allegaartje. Jong en oud door elkaar heen, tot leeftijden in de zeventig. Mensen uit de loodsenwereld, mariniers, en veel kroegenteams. Gemoedelijk volk, want na de wedstrijd is het gezellig, vloeit de drank rijkelijk. Maar zelden is er een opstootje. ,,Roeien is een sport voor iedereen. Het is een duursport. Ik vergelijk het maar een beetje met marathon. Als je maar een beetje in een goed ritme zit, en in een goeie cadans, dan kan iedereen roeien. Je gaat drie keer dood tijdens zo'n een lange tocht, en je hebt gewoon zin om te stoppen, maar iedereen kan het."

Stoer volk, dus. Maar ook fanatiek. Ze zijn heel veel bezig met de cijfertjes. De stroming is belangrijk. De windrichting, de windkracht. Er wordt 'oeverloos gediscussieerd' over de weerstandscurves. Een goed teken, vindt Verweel: ,,Dat betekent dat de sport professionaliseert." Boen is ook een man van de cijfertjes: ,,Ik neem alles op, ik kijk alles terug. Ik ben altijd op zoek naar waar er voor ons nog winst te halen valt."

Enquete
En ja, natuurlijk is roeien ook voor vrouwen. Verweel: ,,Er komen zelfs steeds meer roeisters. Ik heb een paar jaar geleden een enquete uitgezet via Sloeproeien.nl: toen was al bijna de helft dames. En je ziet het ook bij de wedstrijden. Terwijl het vroeger echt een mannensport was."

Verweel lepelt een anekdote op van lang geleden, over de heilige graal van het sloeproeien: de HT. H staat voor Harlingen, T staat voor Terschelling, en daartussen ligt 36 kilometer water. De HT is de oudste sloepenrace van Nederland, en dé race die je als roeier op je palmares moet hebben. ,,Destijds was er op Terschelling een dokter, die is toen bij ons op de zeevaartschool waar ik destijds op zat uit komen leggen dat roeien niets voor vrouwen was. Dat kon niet en dat mocht niet, met een heel verhaal over de fysieke gesteldheid van vrouwen, en waarom dat bij zo'n lange tocht problemen zou opleveren. Was absoluut onverantwoord, dames laten roeien." Maar ja, op de zeevaartschool zaten ook meiden, die wilden die legendarische race ook roeien. ,,Die gingen dus gewoon na de laatste boot het parcours op. Dat kon niemand ze verbieden. Ze zijn niet alleen gefinisht, ze hebben onderweg nog een stuk of vier boten ingehaald ook." Verweel grijnst breed: ,,Tja, toen kon die dokter wel inpakken met zijn verhaal, natuurlijk."

,,Mannen zijn fysiek sterker, dat is natuurlijk gewoon zo. Daarom is er ook een apart vrouwenklassement", geeft Ron Nijs grif toe. ,,Maar verder hoef ik in de boot voor geen enkele man onder te doen."

Jon Boen: ,,Ik heb zeventien jaar bij een herenteam gestuurd, en nu dus bij een damesteam. Dames gaan veel dieper, die kunnen veel meer pijn hebben. Je hoort ze niet, en ze gaan er gewoon voor. Bij heren is het altijd gemopper, iedereen vindt overal wat van, ook tijdens het roeien. Dames doen het gewoon."

Kees Verweel: ,,Sloeproeien is een sport die perfect bij Zeeland past. Sloepen horen bij zout water, bij de zee. Zeeuwen hebben een lange historie met de zee, en zout water hebben we genoeg."

Ron Nijs is de drijvende kracht achter de Zeeuwse Deernen. De kunst is vooral om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. ,,We zijn vooral gebaat bij goede teamspirit. Iedereen heeft z'n kwaliteiten. Als iemand vindt dat-ie beter is dan de rest, werkt het niet."