SLEEPMETHODIEK

(bron: FSN)

De roei(st)ers hebben het er vaak over... De sleepwaarden van de sloep. De één zegt dat de methode van slepen perfect is, de ander twijfelt hier aan, en weer een ander zegt dat er niets van klopt. Uit de sloeproeienNL enquête 2020 bleek dat 60% (in 2014: 48%) van ons bekend is met de sleepmethodiek, 34% (in 2014: 46%) is een beetje bekend, en 6% (in 2014: 6%) onbekend. Daarnaast gaf 13% (in 2014: 21%) aan dat de huidige methode juist is, 50% (in 2014: 51%) dat de basis van de huidige methode juist is maar dat deze wel verbeterd dient te worden, 11% (in 2014: 17%) dat de methode onjuist is, en 26% (in 2014: 10%) heeft hier geen mening over. De meningen over de sleepmethodiek zijn dus nogal verdeeld....

Op zaterdag 24 januari 2015 organiseerde de FSN een lezing betreffende de sleepmethodiek. Roelf Pot gaf een boeiende en leerzame presentatie (zie onderaan deze pagina) voor de bijna 100 toeschouwers, die ook vele vragen stelden tijdens de lezing. In bijna 3,5 uur ging Roelf eerst in op de noodzaak van het slepen en de berekening van het vermogen per roei(st)er, de uitputtingscorrectie en de berekening op stromend water.

In het tweede gedeelte ging Roelf uitvoerig in op de sleepproef zelf. De apparatuur, het enorme aantal metingen die per seconde gemaakt worden, de factoren die invloed hebben tijdens het slepen en de relevantie ervan in de meetwaarden. Aan het eind van dit deel stelt Roelf vast dat er sloepen zijn waar de sleepwaarden van veranderen bij een volgende sleep een jaar later, terwijl er geen aanpassingen zijn gedaan aan betreffende sloep. En dat bij ogenschijnlijk gelijke sloepen (Kromhout-whalers / Kuikensloepen) er aanzienlijke verschillen zijn tussen de sleepwaarden.

In het derde gedeelte gaat Roelf zeer uitvoerig in op zijn evaluatie van de sleepproef. Hij was aanwezig bij de sleepproeven in 2014, en heeft afgelopen jaar heel veel tijd gestoken in het analyseren van data, schrijven van nieuwe software voor het verwerken van sleepdata, verbeteringen bedenken en deze onderbouwen met theorie. Met de nieuwe software kan direct na een sleep al zeer gedetailleerd bekeken worden of er geen storende factoren zoals bv een stuurcorrectie of verkeerde sleepsnelheid waren. Roelf doet verbetervoorstellen, onder andere een veerdemper in de sleeplijn, het 'afknippen' van meetdata aan het begin en eind van een sleeprun, een extra check op de loggers met dGPS, en een andere (nauwkeuriger) dwarswindberekening. Roelf licht vervolgens toe hoe belangrijk het is om te slepen met de juiste snelheid die de sloep ook daadwerkelijk roeit in de praktijk, en laat zien dat hierdoor nu grote verschillen in sleepwaarden zijn bij ogenschijnlijk gelijke sloepen (Kromhout-Whalers en Kuikensloepen). Roelf verklaart ook de verschillen van met name de B waarden van 'gelijke' sloepen door het aanzienlijke verschil in gewicht van 'gelijke' sloepen. Tenslotte laat Roelf voor een aantal sloepen zien dat toepassing van zijn verbetervoorstellen reproduceerbare sleepwaarden opleveren over meerdere jaren. De verschillen die er nu zijn blijken ontstaan door aantoonbare factoren. De SKC (Sleep- en Keurcommissie) gaat voordat het slepen in 2015 start experimenteren met alle verbetervoorstellen, en neemt een aantal verbeteringen sowieso mee in het slepen 2015.

We danken via deze weg Roelf nogmaals voor zijn uitgebreide presentatie!